Na een sneltreinvaart wachten op het perron

Het ComeniusNetwerk 04-10-2021
549 keer bekeken {0} reacties

Teaching Fellows over de verduurzaming van onderwijsvernieuwingen bekeken vanuit micro, meso en macro niveau.

Auteurs: Lili Grandiek, Idwer Doosje, Naomi Grotenhuis

Het is niet eenvoudig om een onderwijsvernieuwing duurzaam te implementeren. Het vraagt niet alleen om vaardigheden en visie van individuele onderwijsvernieuwers. Ook een gunstige omgeving, bijvoorbeeld in de vorm van medewerking binnen (en buiten) de onderwijsinstelling zijn belangrijk. Wat zijn succesfactoren en belemmeringen?

In het voorjaar van 2021 deden vijf studenten van de opleiding Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht kwalitatief onderzoek naar factoren die van invloed zijn voor het al dan niet slagen van de verduurzaming van onderwijsvernieuwingen. De studenten gingen in gesprek met vijftien teaching fellows wier innovatie project al was afgerond. Het blijkt dat de inbedding van een onderwijsinnovatie in de onderwijsinstelling na afloop van zo’n projectbeurs niet vanzelfsprekend is. De hoofdvraag van het onderzoek is dan ook: ‘Welke succesfactoren en belemmeringen ervaren teaching fellows in het hoger onderwijs in het verduurzamen van hun vernieuwing?

In het onderzoek werden de factoren die van invloed kunnen zijn op de verankering van onderwijsvernieuwingen gestructureerd via drie niveaus: het micro-, meso- en macroniveau.

Micro niveau: veranderkundige competenties en intrinsieke motivatie

Op het microniveau wordt vooral gekeken naar de rol van de individuele onderwijsvernieuwer. Hoewel duurzame verankering in de instelling altijd afhankelijk is van anderen, zijn de competenties, houding en motivatie van de vernieuwende docent belangrijke factoren in het slagen van de inbedding. Veerkracht, de capaciteit om tegenslagen te verwerken, blijkt erg belangrijk. Evenals het hebben van inzicht in de organisatiestructuur en het vermogen om deze structuur voor je te kunnen laten werken. Intrinsieke motivatie kan hier een belangrijke rol in spelen. Gecombineerd met een positieve uitstraling kan dit ervoor zorgen dat collega’s en bestuurders de innovatie gaan steunen. Het kan echter ook zorgen voor ongeduld of onbegrip voor bureaucratische vertragingen.

 ‘Dat is wel het nadeel, je gaat met een sneltreinvaart en daarna moet je weer uit de TGV, dan moet je weer op de gewone trein. En af en toe moet je gewoon op het perron gaan zitten wachten. Ik neem aan dat de meeste Comeniusleden niet personen zijn die graag op het station staan te wachten. En dan de wereld aan zich voorbij zien gaan. Ze willen gewoon lekker door.’

Meso niveau: steun bij collega’s en studenten in een veelzijdig team

Bij het meso niveau staan de processen, actoren en factoren binnen de onderwijsinstelling centraal.

Verduurzaming heeft meer kans van slagen als deze vernieuwing gerealiseerd wordt door alle partijen uit de onderwijsinstelling zelf (Vodegel et al., 2011, p. 27). Het is belangrijk dat alle partijen bijdragen aan de vernieuwing. Sommige vernieuwers ervaren dat het lastiger is om door te dringen in hogere lagen van de organisatie. Ook bureaucratie, regelgeving en trage besluitvormingsprocessen maken dat innoveren een complexe en vaak tijdrovende bezigheid is. Enthousiasme en steun van leidinggevenden kan helpen deze obstakels te overwinnen en processen te versoepelen. Daarnaast is overeenstemming met collega’s over het doel van de vernieuwing en de werkwijze een belangrijke stap om een innovatie breder te kunnen uitrollen. Dit kan gefaciliteerd worden door collega’s vroeg te betrekken. Bovendien betekent dit dat goede communicatie essentieel is. Communicatie is ook cruciaal in het betrekken van studenten. Zij zijn een waardevolle stakeholder en dragen vaak bij aan de ontwikkeling en evaluatie van vernieuwingen.

Het kan nuttig zijn om een sterk en veelzijdig team te vormen en te betrekken bij de aanvraag en implementatie van de Comeniusbeurs. Door mensen in verschillende posities en met complementaire competenties te betrekken, kunnen obstakels tijdens het implementatieproces en knelpunten bij de verduurzaming eenvoudiger worden voorkomen.

Eén van de ontwikkelaars is ook degene die verantwoordelijk is voor het hele curriculum. Daarmee hebben we dus zeker geborgd dat de vernieuwing erin blijft. We hadden ook uren en budget gereserveerd om naar de partners in het werkveld toe te gaan. Dus we hadden allemaal belangrijke stakeholders deel van het team gemaakt, die we gewoon mee moesten hebben. Dat hebben we niet tijdens of na het ontwikkelen van de beurs moeten uitvechten, maar ervoor al gedaan. We hebben ieder zijn eigen rol laten pakken vanuit zijn eigen kennis en expertise. Het was een heel natuurlijk team en het klopte gewoon.'

Macro niveau: middelen en andere factoren

Het macro niveau draait om factoren die buiten de instelling vallen. Hierbij kan je denken aan het Comeniusprogramma en -Netwerk, maar ook aan maatschappelijke en politieke factoren. De teaching fellows geven aan dat financiële middelen een belangrijke factor zijn in het implementeren van een duurzame innovatie. Voor sommige teaching fellows blijken de middelen van de beurs voldoende, terwijl ze voor anderen niet toereikend zijn om al hun ambities te realiseren.

Het idee werd dan ook geopperd om in de toekomst een vervolgbeurs in te stellen. Deze zou gebruikt kunnen worden om een bewezen innovatie verder te ontwikkelen. Bijvoorbeeld door de innovatie op te schalen naar andere opleidingen of zelfs buiten de eigen onderwijsinstelling. Daarnaast blijkt uit de interviews dat er behoefte is om te sparren over verduurzaming en ervaringen te delen met innovators vanuit andere onderwijsinstellingen om het eigen perspectief te verbreden en ideeën op te doen voor vervolgacties in het proces. Een aanbeveling waar het ComeniusNetwerk graag werk van maakt. We nodigen (team)leden van ComeniusNetwerk dan ook van harte uit om aan te sluiten bij de masterclasses die worden georganiseerd in het netwerk. Lees hier meer over de masterclass voor leden op 7 oktober 2021.

Literatuur:

Groot, C. G., & Pols, E. (2005). Inventarisatie van kerncompetenties en specifieke competenties van docenten in het wetenschappelijk onderwijs. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs, 24(3), 113.

Vodegel, F., Smid, G., & Van den Bosch, H. (2011). Succesfactoren voor de aanpak van onderwijsinnovatie. Onderwijsinnovatie, 3(1), 25-29.

Afbeeldingen

Reageren

X (voorheen Twitter)

Anti spam controle

We gebruiken CAPTCHA als controlemiddel om spam tegen te houden. Vink de checkbox aan om door te gaan. Mogelijk wordt er gevraagd om bepaalde afbeeldingen te selecteren.
Een momentje...
Cookie-instellingen