Door Idwer Doosje en Wies Bakker
Met alle digitale mogelijkheden lukt het op veel instellingen aardig om het onderwijs online voort te zetten. Maar de situatie zorgt wel voor onzekerheid en online onderwijs in crisistijd kent ook een keerzijde. Enkele leden van het ComeniusNetwerk delen hun ervaringen. Zelf nog tips, ideeën of ervaringen die je met andere docenten en onderwijsvernieuwers wil delen? Laat het ons weten. Of vul deze enquête in.
Zelf nog tips, ideeën of ervaringen die je met andere docenten en onderwijsvernieuwers wil delen? Laat het ons weten.
Flipping the classroom
In de afgelopen jaren zijn er veel online werkvormen en digitale middelen ontwikkeld om toe te passen in het hoger onderwijs. Dit komt nu goed van pas. De overheidsmaatregelen rondom het coronavirus dwingen veel docenten ertoe om met blended learning of flipping the classroom te gaan werken. Voor sommige onderwijsvernieuwers is dit bekend terrein, voor andere docenten helemaal nieuw. Jessica Zweers is docent Life Science and Technology aan de Hanzehogeschool in Groningen en is binnen haar instituut het eerste aanspreekpunt voor vragen over digitalisering in het onderwijs. Zweers: ‘Met name docenten met jonge kinderen kiezen in deze situatie noodgedwongen voor een flipping-the-classroom-model: ze nemen hun college op wanneer het hen goed uitkomt en plaatsen het online voor de studenten. Daarna plannen ze een interactief college, vragenuur of online bijeenkomst om opdrachten te maken.’
Slechte internetverbinding
Over het algemeen zijn de docenten blij met de mogelijkheden van digitaal onderwijs. Maar er zijn ook zorgen. Zweers: ‘In buitengebieden is het internet soms te traag om goed deel te kunnen nemen aan online bijeenkomsten. Je moet dus goed bedenken of er studenten buiten de boot zullen vallen als je het onderwijs online en interactief vormgeeft – hoe kun je die studenten dan toch bereiken? En heeft iedereen gelijke kansen als we toetsen online gaan afnemen?’ Ook senior onderzoeker en docent Diversiteit in Gezondheid aan het VUmc Maaike Muntinga is bang dat niet alle studenten in dezelfde mate profiteren van online onderwijs: ‘Niet iedereen heeft een even goede computer, werkplek of internetverbinding.’
'Je moet goed bedenken of er geen studenten buiten de boot vallen als je het onderwijs online vormgeeft'
Er zijn al verschillende initiatieven gestart om studenten die het financieel moeilijker hebben bij te staan, bijvoorbeeld bij de Universiteit Utrecht. Muntinga: ‘Je ziet dat er alles aan wordt gedaan om het onderwijssysteem in stand te houden en dat studenten alsnog in vier jaar moeten kunnen afstuderen tijdens de coronacrisis.’ Het is de vraag of dat realistisch is. ‘Zeker studenten die het financieel niet zo breed hebben voelen de druk om snel af te studeren, maar online studeren kan dat wel een stuk lastiger maken.’
Studenten gemotiveerd houden
Niet alleen de techniek bemoeilijkt de interactie. Studenten hebben er ook niet altijd zin in, merken leden van het ComeniusNetwerk. Ook vindt Jessica Zweers het soms lastig studenten goed te bereiken: ‘Je kunt niet altijd zien of studenten de stof daadwerkelijk begrijpen.’ Docenten zoeken daarom naar manieren om interactie met de student te kunnen houden. Michael Meijers, docent Mechatronica aan Avans Hogeschool, gaf bijvoorbeeld online college samen met een collega-docent, waarbij hij zelf de chat bemande zodat studenten vragen konden stellen tijdens het college. Meijers merkt dat online onderwijs mogelijkheden biedt om in te spelen op persoonlijke leerbehoeften: 'Studenten vinden het vaak ook prettig dat ze colleges terug kunnen kijken, omdat het vaak erg snel gaat en ze dan geconcentreerder kunnen kijken.' Over het algemeen ervaren docenten dat er bij contactonderwijs meer druk bestaat om actief deel te nemen dan wanneer studenten achter een scherm zitten en allerlei programma’s of websites tegelijkertijd open kunnen hebben staan.
Via een live-chat kunnen studenten vragen stellen tijdens het college.
Docent overbodig?
Een groot deel van het onderwijs blijkt ook online een plek te kunnen krijgen. Dat zorgt soms voor onzekerheid bij docenten over hun eigen rol. Maaike Muntinga: 'Als studenten leermateriaal digitaal kunnen bestuderen, zelf opdrachten kunnen maken en controleren en extra uitleg kunnen krijgen door bijvoorbeeld YouTube-video’s van pedagogische masterminds, waar hebben ze docenten dan nog voor nodig?' Muntinga ziet de rol van de docent meer als die van mentor en wegwijzer: iemand die helpt kritisch te reflecteren. Ze is zelf voorstander van meer contactonderwijs: ‘Als docent ervoer ik ook voor de crisis al meer afstand in het online onderwijs, ook vanwege de stress die techniek met zich meebrengt en het profijt dat de tech-industrie ervan heeft.’ [Lees ook haar column over dit onderwerp.]
Wat docenten juist nu kunnen betekenen
Jessica Zweers ziet bij studenten veel opluchting wanneer ze horen dat er bij digitale opdrachten toch een vragenuur met de docent wordt ingeroosterd: 'Dat ze toch even kunnen checken of ze het goed doen. Die bevestiging, even dat contact, merken dat andere studenten dezelfde vragen hebben: dat maakt veel uit.' Verschillende Comeniusleden zien de coronacrisis ook als kans om vanuit hun discipline in te spelen op de behoeftes van de maatschappij. Muntinga: ‘Nu gaan we gewoon door met tentamens en willen we dat studenten nog steeds zo snel mogelijk afstuderen, maar is dit niet ook juist het moment om met een interdisciplinaire groep studenten aan de slag te gaan met de vraagstukken die het virus met zich meebrengt? We moeten samen nadenken over hoe we zo’n crisis in de toekomst het hoofd kunnen bieden. Denkkracht is er genoeg in het hoger onderwijs.'
Als ComeniusNetwerk willen we docenten (online) samenbrengen zodat zij hun inzichten kunnen delen. We werken samen met het Landelijk Coördinatie Platform van het Versnellingsplan, VH, VSNU en SURF aan de vraagbaak over online onderwijs.
Deel jouw ervaringen met online onderwijs in onze enquête